Deze keer eens een beetje aandacht voor iemand die ik bewonder. Nee, ik ken haar niet persoonlijk hoor. Heb ook geen aandelen 😉 Maar ik ben echt fan van het werk van de Engelse designer Carolyn Quartermaine.
Ze ontwerpt bijvoorbeeld transparante stoffen met grote ornamentale afbeeldingen erop, zoals je op de foto’s hierboven en hieronder ziet.
Haar stijl is kleurrijk en heel vrouwelijk, maar ik vind het niet te zoet. Dat komt door haar combinaties. Ze is ook een geweldige styliste namelijk. Zo gebruikt ze heel veel transparante voiles, felle of soms zoete kleurtjes, maar dan weer heel stoer gecombineerd met bijvoorbeeld een betonnen vloer.
De foto hieronder, met dat barokke stoeltje en het felle stofje, heb ik heel lang als bureaubladafbeelding gehad. Kon ik er lekker elke dag van genieten.
Ik kan echt enorm van zo’n foto genieten. De rollen stof die nonchalant in de hoek staan. De potjes (verf, pigment?) op dat tafeltje. En het stukje stof links met gele tape vastgezet. Ik hou vooral van het contrast tussen het barokke stoeltje en de knalkleuren in de stof. Het is ook precies goed dat het stoeltje niet ook nog eens wit is geverfd, zoals veel mensen misschien zouden doen.
Zoals ik al aangaf is Carolyn Quartermaine behalve ontwerpster, ook styliste, bijvoorbeeld voor Hermes, Vogue Living, Elle Decor. En richt ze restaurants en hotels in.
De kussens op de bank hierboven, in goud en naturel, en de industriële vloer, zijn een mooi stoer tegenwicht voor de vrouwelijke, bijna romantische stofpanelen en het felle kussentje.
Beetje te vol naar mijn smaak.
Het kamerscherm links vind ik te druk en nepperig verouderd. Ik heb zo’n bloedhekel aan die zogenaamde ‘Old look’ accessoires en meubels die slecht en slordig zijn gemaakt. Ik zie dan zo’n soort sweatshop voor me met een lange rij onderbetaalde mensen, ergens in Taiwan, die de hele dag niks anders doen dan met een kwast hier en daar een veeg geven. Brrrr. De wand met bordjes rechts vind ik wel leuk.
Leuk voor mensen met kids. Er staat een werkbeschrijving in het blad. Dus een mooie zelfmaak klus.
Hier hou ik van: die oude kleden worden gebleekt en krijgen daarna een verfbad. Geweldig! Een mooie sleetse en ingetogen look krijg je dan.
Archiefkastjes, ladekastjes, je kunt er nooit teveel van hebben. Ik heb er nu twee in mijn atelier staan en ze zitten allebei propvol. Het krukje rechts spreekt mij ook wel aan. Ik zoek nog een mooie tekenkruk of stoel voor aan mijn werkblad. Ik werk ‘t liefst op sta-hoogte, maar wil soms wel even kunnen zitten. Hij moet dus in hoogte verstelbaar zijn. En ik wil er eentje met wielen. Dat werkt lekkerde.
Â
Beetje folk-art achtig. Ik vind het soms prachtig, maar dat hangt sterk af van de gebruikte kleuren. Het is wel iets dat echt in je interieur moet passen.
Tja, Frankrijk hè? Gek is dat; zo’n oude gebladderde muur zou in een Nederlands huis waarschijnlijk armoedig staan. Maar in zo’n oud Frans huis past het gewoon.
Een fotoreportage over de stad Toulouse.
Dit vind ik geweldig. Een artikeltje over Bleu de pastel. Bleu de pastel is de blauwe verfstof die we kennen als de kleur indigoblauw. De verfstof wordt in Frankrijk van oorsprong vervaardigd uit de groene bladeren van de Wede. Een van onze Abbondanza kleuren heeft deze tint en heb ik dan ook ‘Bleu de Pastel’ gedoopt.
Het vergrijsde blauw van de commode is echt mijn kleur.
Hier nog meer vergrijsd blauw en naturel. Ja dat zijn wel mijn kleuren.
En nog meer blauw haha. Die gestreepte pot is geweldig!
Een serie mooie foto’s geïnspireerd door water.
Een reportage over het prachtig gedecoreerde Italiaanse restaurant ‘Grazie’ in Parijs. Wauw wat ziet dat er goed uit.
Nog een stukje van ‘Grazie’. Oh hier kan ik gewoon uren naar kijken. Alleen zo’n plaatje al. Dat plafond, die muren, die golfplaten bar, dat rauwe. Als ik weer naar Parijs ga, MOET ik daar gewoon eten.
Schilderijtjes, gemaakt van mosselen en schelpen. Gekleurd met verf.
Schilderijen gemaakt door afbeeldingen te printen in tweevoud en ze dan op een bepaalde manier door elkaar te vlechten. En rechts een tafelblad waarbij bladeren als sjablonen zijn gebruikt.
Draadhartje, ook om zelf te maken.
Glazen voorwerpen beschilderen. Dat is trouwens wel grappig, het deed me een beetje denken aan mijn methode om Armeluiszilver na te bootsen. Je werkt aan de achterzijde van glas. Ze gebruikten ook stukjes bladgoud. En daaroverheen dan allerlei kleuren geschilderd en met een getande spatel uitgeveegd. Althans dat is wat ik er van begreep met mijn roestige Frans 😉
Vissen van hout.
Een koffertje decoreren om te gebruiken als beauty case.
Vie a la Campagne. Het meest landelijke blad van mijn stapel. Iets te romantisch en te zoet naar mijn smaak overigens. Maar er stonden ook wel wat stoerdere dingen in.
Dit bijvoorbeeld. Mooi die tonnen.
Weer een stukje Folk art.
Een werkkamer. Vol, maar wel op de goeie manier. Lekker veel spulletjes, knutseldingen, verschillende kastjes…
Zo zou mijn atelier er wel uit mogen zien. Maar dat zal nooit gebeuren, want ik werk iets groter. Dit is duidelijk de werkruimte van iemand die veel met kleine dingetjes doet. Draadjes, knoopjes, bloemetjes. Maar wel lekker om naar te kijken.